Ontstaan van Craniosacraal Therapie.


De fundamenten waarop later craniosacraal therapie is gebouwd, werden gelegd rond 1900 door de Amerikaanse osteopaat William G. Sutherland, die ontdekte dat de schedelbeenderen subtiel bewegen.

Hij linkte dit aan de aanmaak en afvoer van cerebrospinale vloeistof, die in de vliezen rond het centraal zenuwstelsel stroomt.
Aanvankelijk ontwikkelde William Sutherland eerder structurele technieken, die gericht waren op de fysieke structuren met hun bewegingen. Deze technieken hadden als doel te corrigeren en symptomen weg te werken.
Naar het einde van zijn leven was hij overtuigd dat er een organiserende kracht actief was achter het ritme van de cerebrospinale vloeistof en benoemde die de Breath of Life.
Alhoewel er gewerkt werd met het craniosacraal systeem, waren de behandeltechnieken van Sutherland nog altijd deel van een osteopathie-behandeling en spreekt men van craniale osteopathie.

Rond 1980 kwam er verandering doordat 2 Amerikaanse arts/osteopaten, J. Upledger en F. Sills, elk op hun eigen manier zochten om het werk dat Sutherland begonnen was, verder uit te diepen.

Upledger bouwde verder deze Sutherland's méér biomechanische werkwijze en deed dat via het CRI of snelle ritme. Dit is het makkelijkst voelbare ritme en is geconnecteerd met het lichaam zelf en zijn functies en structuren.
Upledger stelde craniosacraal therapie beschikbaar voor natuurgeneeswijzen en welzijnszorg.

Franklyn Sills was méér gefascineerd door Sutherland's visie die hij naar het einde van zijn leven toe had, omtrent de Breath of Life. Hij legde onderzoek af omtrent de ordenende natuurkrachten binnen het menselijk systeem en na jaren studie ontstond een andere holistische manier van werken die hij Craniosacral Biodynamics benoemde of Biodynamische Craniosacraal Therapie.
Zijn methode raakte wereldwijd bekend en werd als totaalopleiding onderwezen in gespecialiseerde scholen.
Bij Biodynamische Craniosacraal Therapie werkt men via de onderstromingen van het CRI: Mid-Tide en Long Tide met daarop afgestemde klinische vaardigheden.